wetgeving

Delen
Deel dit artikel
LinkedIn
Twitter
Facebook
Messenger
Whatsapp
Link kopiëren

Daarnaast zijn er ook regionale voorschriften met betrekking tot ziekenhuizen, hotels, verpleeghuizen, enz.

De referentienormen voor de installatie van branddetectie, -controle en -onderhoud zijn NBN S21-100-1 en BNB S21-100-2


Koninklijk besluit van 1994 tot vaststelling van basisnormen voor brand- en explosiepreventie

Het koninklijk besluit van 7 juli 1994 bepaalt de minimumvoorwaarden waaraan het ontwerp, de constructie en de inrichting van gebouwen moeten voldoen om:

  • het ontstaan, de ontwikkeling en de verspreiding van brand voorkomen;
  • de veiligheid van mensen garanderen;
  • preventief de interventie van de brandweer vergemakkelijken.

De technische specificaties vervat in het koninklijk besluit van 7 juli 1994 zijn van toepassing:

  • de te bouwen gebouwen;
  • op uitbreidingen van bestaande gebouwen, alleen wat de uitbreiding betreft.

Dit besluit heeft betrekking op alle gebouwen met uitzondering van eengezinswoningen en gebouwen met maximaal 2 verdiepingen en een totale oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 100m².

Het koninklijk besluit van 7 juli 1994 is niet van toepassing op bestaande gebouwen. Onder “bestaande gebouwen” wordt verstaan:

  • hoge en middelzware gebouwen, waarvoor de bouwaanvraag vóór 26 mei 1995 is ingediend;
  • lage gebouwen waarvan de bouwaanvraag vóór 1 januari 1998 is ingediend;
  • bedrijfsgebouwen waarvoor de bouwaanvraag vóór 15 augustus 2009 is ingediend.

Analyse van de verschillende bijlagen

  • Bijlage 1 - Terminologie - Geeft een reeks belangrijke algemene definities voor alle gebouwen. 07/07/1994
  • Bijlage 2 - Lage gebouwen - Specificeert de bepalingen waaraan moet worden voldaan voor lage gebouwen (LG) met een hoogte h van minder dan 10 m. 01/01/1998
  • Bijlage 2/1 - aanvulling - Van kracht voor nieuwe lage gebouwen vanaf 1/12/2012.
  • Bijlage 3 - Middelhog gebouwen - Specificeert de eisen voor middelhoge gebouwen (MG) met een hoogte tussen 10 en 25 m. 26/05/1995
  • Bijlage 3/1 - aanvulling - Van kracht voor nieuwe middelhoge gebouwen vanaf 1/12/2012
  • Bijlage 4 - Hoge gebouwen - Specificeert de bepalingen waaraan moet worden voldaan voor hoge gebouwen (HG) met een hoogte van meer dan 25 m. 26/05/1995
  • Bijlage 4/1 - aanvulling - Van kracht voor nieuwe middelhoge gebouwen vanaf 1/12/2012
  • Bijlage 5 - Brandgedrag van materialen -  Omvat de eisen inzake brandgedrag uitgedrukt in Europese klassen (A1, A2, B, C, D, E en F + aanvullende klassen). De eisen zijn afhankelijk van de hoogte van het gebouw, het type ruimte, de aanwezigheid van een branddetectiesysteem en het type bewoners. 1/12/2012

                                Type 1: Niet-zelfredzame bezetters (bv. ziekenhuizen, verpleeghuizen, gevangenissen, enz.)

                                Type 2: zelfredzame en slapende bezetters (bv. appartementen, hotels, ...)

                                Type 3: zelfredzame en wakende bezetters (bv. kantoren, winkels, scholen, sporthallen, enz.)

  • Bijlage 5/1 - Aanvulling - Geldig voor nieuwbouw vanaf 1/12/2012
  • Bijlage 6 - Industriële gebouwen - Vereisten van toepassing voor industriële gebouwen - Industriegebouw = Een gebouw dat geheel of gedeeltelijk wordt gebruikt voor industriële verwerking of opslag van materialen of goederen, teelt of industriële opslag, beplanting of industriële veeteelt. LET OP, een industrieel gebouw is NIET TOEGANKELIJK VOOR HET PUBLIEK, 15/08/2009
  • Bijlage 7 - Muur doorvoeringen - Beheert de eisen voor de doorvoeringen van brandwerende bouwelementen. Regels van goede praktijkOpmerking: Referentiedatum, datum van toepassing van de verordening = datum van aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning.

 

Met welke bijlage moet rekening worden gehouden?

Om te weten welke bijlage van toepassing is voor je gebouw/project, is het noodzakelijk om jezelf de volgende vragen te stellen:

Is het een laag, middelhoog, hoog of industrieel gebouw?

  • Laag gebouw: hoogte < 10m
  • Middelhoog gebouw: 10m >/= hoogte </= 25m
  • Hoog gebouw: hoogte > 25m
  • Industriebouw: industriële productie of opslag

Gaat het om een uitbreiding van een bestaand gebouw?

  • Als dat het geval is, zullen ze afzonderlijk moeten worden geanalyseerd en moet een uitbreiding als een op zichzelf staand gebouw worden beschouwd.

Wanneer is het gebouwd? Om precies te zijn, wanneer is de aanvraag voor een omgevingsvergunning gedateerd?

  • Indien vóór 1995 de eisen in overeenstemming zijn met de regels van goede praktijk (zie bijvoorbeeld bijlage 7)
  • Zie anders de bovenstaande tabel, afhankelijk van het type gebouw.

ATEX

Wat is ATEX?

ATEX = afkorting van Atmosphères Explosives.

ATEX betreft de Europese richtlijnen met betrekking tot het voorkomen van explosierisico's.

We maken onderscheid tussen Richtlijn 1999/92/EG, gewoonlijk ATEX 153 genoemd, die veiligheidseisen voor werkgevers definieert, en Richtlijn 2014/34/EU, gewoonlijk ATEX 114 genoemd, die regels stelt voor elektrische apparaten die bedoeld zijn voor gebruik op plaatsen waar stof- of gasexplosies kunnen optreden. voorkomen.

Deze richtlijnen zijn omgezet in Belgisch recht (Code III.4 en koninklijk besluit van 21 april 2016) en alle vennootschappen zijn dus wettelijk verplicht om ze na te leven.

Op wie zijn de ATEX-voorschriften van toepassing?

Alle organisaties waar explosiegevaar bestaat, moeten voldoen aan de sociale richtlijn. Op plaatsen waar gas- of stofexplosies kunnen optreden, moet elektrische apparatuur worden gebruikt die voldoet aan de economische richtlijn.

Het explosiegevaar kan ontstaan ​​door productieprocessen, productopslag, maar ook door het gebruik van bepaalde technieken (bijvoorbeeld centrale verwarming op aardgas).