Mijn favorieten 0
Federaal Regeerakkoord 2025-2029
Federaal Regeerakkoord 2025-2029

Federaal Regeerakkoord 2025-2029

Delen
Deze pagina delen
WhatsApp
Email
Link kopiëren
Opslaan

We willen u graag informeren over de recente voornemens die in het kader van het nieuwe regeerakkoord in België zijn aangenomen, met een focus op pensioenen en gezondheidszorg.

N.v.d.r.: de hieronder beschreven maatregelen/voorstellen moeten nog worden uitgevoerd en zijn daarom pas van toepassing nadat ze zijn omgezet in wet- en regelgeving. De situatie kan dus veranderen en bepaalde maatregelen kunnen worden gewijzigd of ingetrokken. Uiteraard houden wij de situatie nauwlettend in de gaten en zullen u indien nodig informeren.

Het wettelijk pensioen voor werknemers:

Het pensioenplan van de nieuwe coalitie omvat het volgende:

  • Invoering van een pensioenmalus: vanaf 2026 wordt het pensioen verlaagd voor mensen die met vervroegd pensioen gaan zonder dat ze een loopbaan van 35 jaar hebben behaald. Deze vermindering bedraagt 2% tot 2030, 4% tot 2040 en 5% vanaf 2040.
  • Pensioenbonus: een nieuw bonussysteem zal het huidige vervangen, met pensioenverhogingen van 2% tot 2030, 4% tot 2040 en 5% vanaf 2040 voor degenen die hun pensioen opnemen na de wettelijke pensioenleeftijd en minstens 35 dienstjaren hebben.
  • Vervroegd pensioen: de loopbaanvoorwaarden voor vervroegd pensioen worden aangepast, waardoor een pensioen mogelijk wordt vanaf 60 jaar met een loopbaan van minstens 42 daadwerkelijk gewerkte jaren.
  • Voor SWT (het voormalige brugpensioen) en andere systemen die in de publieke sector een vervroegde uittrede uit de arbeidsmarkt aanmoedigen stopt de nieuwe instroom vanaf de datum van het regeerakkoord, behalve voor medisch SWT.
  • Partners worden aangemoedigd om in hun huwelijkscontract te voorzien in een verdeling van de pensioenen in geval van scheiding (echtscheiding). Hierover zal nog uitgebreider worden gecommuniceerd naar de bevolking.
     

Het aanvullend pensioen voor werknemers (tweede pijler):  

De invoering van een verplicht aanvullend pensioen voor alle werknemers, inclusief contractuelen uit de publieke sector, met een werkgeversbijdrage van minstens 3% van het jaarloon, is gepland voor uiterlijk 2035. Bovendien zullen de sectoren een extra inspanning moeten leveren via sectorale afspraken.

Ook wordt de berekening van de 80%-regel aangepast, rekening houdend met de reeds voltooide loopbaan (in analogie met de Wijninckx-drempel).

Wat betreft de aanvullende pensioenen die samen met het wettelijk pensioen het maximumpensioen van een ambtenaar overschrijden, geldt een hogere premie voor de pensioenbijdrage. Die drempel wordt berekend op basis van het werkelijke pensioenbedrag.
 

Andere belangrijke pensioenmaatregelen:

  • Fiscale en parafiscale standstill: het naleven van de fiscale en parafiscale standstill die de sociale partners zijn overeengekomen.
  • Meer solidariteit: verhoging van de solidariteitsbijdrage voor pensioenkapitaal boven de 150 000 euro.
  • Gelijkheid van pensioenen: de eerste pensioenpijler voor statutaire ambtenaren wordt geleidelijk in overeenstemming gebracht met die van de werknemers, met een jaarlijkse verlenging van de berekeningsperiode op basis van de laatste tien jaar van de loopbaan vanaf 2027, totdat deze 45 jaar bedraagt in 2062. Zodra gelijkheid is bereikt voor de pensioenen van statutaire werknemers, zal een tweede pijler voor statutaire ambtenaren bij wet worden ingevoerd.
  • Verbod op IPT-voorschotten: IPT-voorschotten zijn niet langer toegestaan, behalve voor vastgoedinvesteringen in de hoofdverblijfplaats.

Studie over de pensioenen in de vorm van rente: de mogelijkheid wordt onderzocht om belastingnadelen voor aanvullende pensioenen in de vorm van rente te vermijden.

Arbeidsongeschiktheid en langdurige ziekten:

Een allesomvattend plan voor de preventie en re-integratie van langdurig zieken. De basis van dit plan is een sterkere responsabilisering van de 5 betrokken actoren:

  • Werkgevers
    • Werkgevers en hun preventiediensten aanmoedigen om een actief verzuimbeleid te voeren: gezonde werkomgeving, regelmatige monitoring van zieke werknemers, enz. (versterking van de Codex over het welzijn op het werk en van de wetgeving rond arbeidsreglementen).
    • Verplichting voor werkgevers (met uitzondering van KMO’s) om een bijdrage van 30% van de RIZIV-uitkering te betalen voor werknemers tussen 18 en 54 jaar tijdens de eerste twee maanden die volgen op de periode van gewaarborgd loon.
    • Dit laatste punt vervangt de huidige sancties voor bedrijven met een hoog aantal langdurige arbeidsongeschikten.
  • Werknemers
    • Werknemers die onvoldoende meewerken aan een re-integratie- of werkhervattingstraject (RIT) worden strenger gesanctioneerd. De re-integratie-trajecten zelf zullen hervormd worden.
    • Zo komt er een vermindering van hun arbeidsongeschiktheidsuitkering van 10% als er niet voldaan wordt aan een aantal (administratieve) verplichtingen.
    • Het wegvallen van het verplichte ziektebriefje voor de eerste ziektedag vermindert van drie naar twee keer per jaar (in bedrijven met meer dan 50 werknemers).
  • Artsen (behandelend arts, adviserend arts en arbeidsarts)
    • Bij het opstellen van een initieel attest of een verlenging van het attest van arbeidsongeschiktheid moet de behandelend arts de mogelijkheid van aangepast werk of heroriëntatie bespreken (geldig voor huisartsen en specialisten).
    • Via datamining zal men de bewustwording vergroten en artsen die te veel arbeidsongeschiktheid voorschrijven zullen hiervoor financieel geresponsabiliseerd worden (exacte uitwerking nog te definiëren).
  • Ziekenfondsen
    • De ziekenfondsen zullen nauwer moeten samenwerken met de andere spelers die betrokken zijn bij re-integratie: werkgevers, artsen en anderen, om re-integratietrajecten op te zetten.
    • De regering wil ook de ziekenfondsen financieel verantwoordelijk maken: hun re-integratieprestaties versus het gemiddelde zullen een impact hebben op hun financiering.
  • De regionale diensten voor arbeidsbemiddeling
    • De regering wil de coördinatie en samenwerking tussen het federale/regionale niveau verbeteren en ook die tussen de beleidsdomeinen gezondheid en arbeid.

Hospitalisatie en ambulante zorgen

Wat de ambulante zorgen betreft, wil de overheid patiënten meer zekerheid geven over de tarieven. Momenteel is er een historisch hoog aantal zorgverleners dat niet aan het conventiemodel (systeem met vaste tarieven) deelneemt. De regering wil zorgverleners stimuleren om zich weer aan te sluiten bij dit model en ze gaan het verschil tussen geconventioneerde en niet-geconventioneerde zorgverleners groter maken.

Ten tweede zullen ziekenhuizen te maken krijgen met een beperking van de ereloonsupplementen en de introductie van een prestatiegericht budget ('pay for performance'). De hervorming van de nomenclatuur (de lijst van medische behandelingen en hun vergoedingen) zal tijdens deze legislatuur worden afgerond.

Voor zorgverleners ten slotte zal de hervorming van de nomenclatuur erop gericht zijn iedereen een passende verloning te garanderen en knelpuntberoepen aantrekkelijker te maken.

Er ligt dus nog veel werk op de plank voor de nieuwe regering. Uiteraard houden we een vinger aan de pols en op 14 oktober hebben we een forum ingepland om de maatregelen die dan al concreter zijn aan jullie toe te lichten. Hou deze datum dus zeker vrij in uw agenda.

Vragen?

 

Neem gerust contact op met uw vaste contactpersoon bij AG.