Horen obligaties nog thuis in een dynamische portefeuille?

Delen
Deze pagina delen
WhatsApp
Email
Link kopiëren
Ik ben geboren in het crisisjaar 1974, in januari. De “heldentocht” van mijn vader richting de kraamafdeling van het hospitaal is een evergreen bij elk familiefeest. Op een autoloze zondag was een fietsrit door dikke pakken sneeuw uiteindelijk de enige optie om er te geraken. Na het heroïsche verhaal volgen de mijmeringen over de economische realiteit van toen, met een ongeziene oliecrisis, stomende inflatie, een resem loonstijgingen, begrotingstekorten en hypothecaire rentes van meer dan 10%. Zo wordt de brug naar vandaag gemaakt met torenhoge energieprijzen en de hoogste inflatie in 40 jaar. “Die lage rente… dat kan toch niet blijven duren”, merkt iemand aan tafel op. “Recent las ik ergens over de dood van obligaties”, klinkt het uit dezelfde hoek. “Moet ik mij zorgen maken over mijn dynamische portefeuille?” “Waarom?”, vraag ik. “Wel ook daar zitten obligaties in en geld verliezen op obligaties …” Hier stopt de zin en het lijkt alsof iemand anders aan de tafel deze verder moet aanvullen. “De associatie van beleggen met vrees voor verlies heeft veel beleggers al geld gekost”, zeg ik. “Ons brein doet ons verlies en winst anders ervaren, de negatieve ervaring van verlies is tweemaal zo intens als de vreugde van winst. Zo vertroebelt ons brein het maken van rationele keuzes. Maar ja, je hebt gelijk: lage rente en inflatie zijn een risico voor obligaties.” “Wat zou jij doen met een dynamisch gemengde portefeuille?”, krijg ik dan te horen. “Niks”, zeg ik. “Alles hangt af van wat je van die obligaties verwacht en welke obligaties in jouw portefeuille zitten.” Even weg van de familietafel nu. Om te duiden waarom ik niks zou doen aan die dynamische portefeuille met obligaties, zet ik enkele dingen op een rij [1].

​​​​​​​​​​​Wie de laatste decennia in obligaties belegde, kon rekenen op mooie rendementen.

 

Obligatiebeleggers kunnen tevreden terugkijken want sinds begin jaren '80 is de inflatie afgenomen, zijn de rentes gedaald en konden ze doorgaans rekenen op mooie rendementen. Een investering van 100 euro, net voor de eeuwwisseling, is nu 237 euro waard, wat neerkomt op een gemiddeld jaarlijks rendement van 3,74%.

Ja, obligaties zijn duur en het verwachte rendement op obligaties is laag

 

Over diezelfde periode is de gemiddelde rente van globale obligaties met een goede kredietkwaliteit teruggevallen van bijna 6% naar bijna 1%. Wie een regelmatig inkomen wil via een coupon kreeg meer dan 20 jaar geleden 6%, vandaag gemiddeld 1%. Sterker nog, vandaag noteert 8.000 miljard dollar met een negatieve rente. Een jaar geleden was dit nog 18.000 miljard dollar. “Obligaties met een negatieve rente… Euh? Moet ik niet eerder vergoed worden voor inflatie en reële groei, zodat ik mijn koopkracht kan bewaren via mijn beleggingen? Wie belegt daar nu in?" Wel, centrale banken hebben via bulkaankopen van obligaties het voortouw genomen als onderdeel van een groot stimuleringspakket door de financiële crisis en de covid-pandemie. Veel beleggers hebben door de verdere daling van de rente, tussentijds geprofiteerd van stijgende obligatiekoersen.

 

Deze stijging van obligaties met een negatief rendement vertoont bijna een gelijkaardig verloop met de evolutie van de geconsolideerde balans van de grootste centrale banken. Door de bulkaankopen van obligaties is de balans opgeblazen van minder dan 5.000 miljard dollar naar meer dan 27.000 miljard [2] dollar. Dat is meer dan 50 keer de Belgische staatschuld. Tegenstanders van dit soepele beleid hebben het soms wel eens smalend over “the pandemic of negative interest rates".

Om het verwachte rendement op een obligatie in te schatten is de aanvangsrente een goeie indicatie bij overheidsobligaties. Neem bijvoorbeeld een Amerikaanse staatsobligatie met een looptijd van 10 jaar. Dit is een langlopende obligatie van zeer goede kredietkwaliteit. Deze obligaties zijn gemakkelijk verhandelbaar en de rente-evolutie wordt niet beïnvloed door een faillissementsrisico, zoals bij bedrijfsobligaties.

De horizontale as toont de aanvangsrente (van laag naar hoog), de verticale as toont het gemiddelde jaarlijkse rendement na 10 jaar. De puntenwolk is duidelijk: hoe lager de aanvangsrente, hoe lager het uiteindelijke rendement en hoe hoger de aanvangsrente, hoe hoger het uiteindelijke rendement.

De obligatiemarkt bestaat niet alleen uit langlopende obligaties!​

 

Een rentestijging is op langere termijn goed nieuws voor obligatiebeleggers, want obligaties die vervallen of nieuwe uitgiften worden ge(her)financierd aan de nieuwe renteniveaus, waardoor het couponrendement opnieuw een stuk aantrekkelijker wordt. 

Als we ons baseren op de vervaldagstructuur van de ICE BoFa Global Broad Market Index, wat een goede weergave is van de markt, dan zal respectievelijk 40% en 60% van de obligaties binnen 5 en 8 jaar op vervaldag komen. Als de rente ondertussen stijgt van gemiddeld 1% naar 3%, dan zullen de obligaties die geherfinancierd worden een coupon aanbieden die rond de 3% ligt, afhankelijk van de looptijd van die nieuwe obligatie.

Obligaties zijn geen homogene activaklasse – er is wel degelijk nog rendement

 

Brede obligatieportefeuilles en ook gemengde fondsen beleggen niet uitsluitend in rentegevoelige overheidsobligaties. Door hun risicopremie zijn bedrijfsobligaties van goede kredietkwaliteit, minder gevoelig voor renteschommelingen dan overheidsobligaties. High yield bonds of hoge rendementsobligaties en groeilandobligaties bieden een hogere risicopremie en hebben vaker een kortere looptijd. Samen met hybride obligaties en converteerbare obligaties, zijn high yield bonds ook gevoelig voor het verloop van de aandelenmarkten. Het is dus aan te raden om de extra “yield pick up" van bedrijfsobligaties mee op te nemen in de obligatieportefeuille. Een van onze externe doorwinterde managers verwoordde het recent zo: "A lot of companies in the crossover space will climb the credit quality ladder and they still offer a good premium, investors cannot ignore that."

De obligatiemarkt is misschien een dure airbag, maar het is een airbag

 

Aandelen bieden een aantrekkelijker rendement dan obligaties. Dat is historisch zo en wanneer je naar de huidige waardering van obligaties en aandelen kijkt, dan zijn aandelen aantrekkelijker geprijsd dan obligaties. Als het opwaartse potentieel voor obligaties beperkt of onbestaande is, dan volgt al gauw het acroniem TINA (there is no alternative) en om de overtuigende keuze voor aandelen kracht bij te zetten is er nog een sterker acroniem, TRINA (there really is no alternative). Waarom dan nog beleggen in obligaties? Simpel, als het stormt op de aandelenmarkten dan vervullen obligaties wel vaker de rol van veilige haven. In de onderstaande tabel zijn de jaren 2000, 2001, 2002, 2007, 2008, 2011, 2018 een illustratie. Merk op dat 2018 toont dat obligaties bij een neerwaartse aandelenmarkt niet noodzakelijk positief presteren.

De relatief betere prestatie van obligaties tegenover aandelen toont wel dat obligaties functioneren als een airbag bij onrust op de aandelenmarkten [3]. En hoe hoger de rente, hoe meer lucht er in de airbag lijkt te zitten.

U bent niet alleen met uw beleggingen in obligaties​

De financiële markten zijn ook sterk geïnstitutionaliseerd. Banken en verzekeraars zijn onderworpen aan kapitaalvereisten (Basel III en Solvency II) die hen nopen meer kapitaal aan te houden naarmate hun activamix risicovoller wordt. Dit vertaalt zich in een belangrijke aanwezigheid van obligaties.

Andere institutionele investeerders, zoals pensioenfondsen en sovereign wealth funds (staatsfondsen), zijn omvangrijke investeerders in zowel aandelen als obligaties. Als stabiele beleggers hebben de meer dan 90 sovereign wealth funds wereldwijd meer dan 10.000 miljard dollar aan activa onder beheer [4]. Het meest gekende fonds is het Noorse pensioenfonds met een omvang van 1.400 miljard dollar. Om in de toekomstige financiële noden van het land en de inwoners te voorzien, worden de inkomsten belegd. De samengestelde balans toont dat deze staatsfondsen in deze activamix ongeveer een derde beleggen in vastrentende activa en ongeveer een derde in aandelen. De rest wordt belegd in alternatieve en illiquide activa [5].

Conclusie

Terug naar de familietafel. “Jij zou dus niks doen en die dynamische portefeuille met obligaties zo laten?", klinkt het verbaasd. Ik neem even een pen en schrijf op een stukje papier wat ik nu verwacht van obligaties. “Hier voor jou." Ik schuif mijn papiertje naar de overkant van de tafel.

[1] De prestaties van obligaties zijn gebaseerd op de ICE BofA Global Broad Market Index met een indekking van het wisselkoersrisico naar EUR. De prestaties van aandelen zijn gebaseerd op de MSCI World uitgedrukt in EUR.

[2] JPM Guide to the markets 1Q 2022

[3] De prestaties van obligaties zijn gebaseerd op de ICE BofA Global Broad Market Index met een indekking van het wisselkoersrisico naar EUR. De prestaties van aandelen zijn gebaseerd op de MSCI World uitgedrukt in EUR.

[4] SWFT Institute.org

[5] Statista.com​


Dit artikel heeft een louter informatieve waarde. Het vormt geen aanbod betreffende verzekeringsproducten of -diensten of financiële of andere producten of diensten. De informatie en opvattingen in dit artikel hebben niet tot doel enig advies te verstrekken. Onder het begrip “advies" wordt ​onder meer begrepen beleggingsadvies, financieel, fiscaal, boekhoudkundig of juridisch advies. De informatie in dit artikel houdt geen rekening met de persoonlijke situatie van klanten. Indien men zich rechtstreeks of onrechtstreeks zou willen baseren op de informatie in dit artikel, raden wij aan elke beslissing gepaard te laten gaan met een advies. De informatie en opvattingen in dit artikel kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. AG* garandeert niet de nauwkeurigheid, adequaatheid, volledigheid, het actueel of geschikt zijn voor een bepaald doel van de informatie en opvattingen die zijn opgenomen in dit document of waarnaar in deze video wordt verwezen, noch staat zij in voor de betrouwbaarheid en eerbaarheid van de gebruikte bronnen. Deze informatie wordt beschermd door intellectuele eigendomsrechten, die toebehoren aan AG. U dient zich te onthouden van iedere inbreuk op deze rechten. Deze informatie en dit materiaal mogen uitsluitend voor uw persoonlijk gebruik worden gebruikt, en enkel op voorwaarde dat u geen verwijzingen naar intellectuele eigendomsrechten of andere erin schrapt. Zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande, schriftelijke toestemming van AG is het niet toegelaten deze informatie en dit materiaal te verspreiden, te reproduceren, te verkopen, of over te dragen in gelijk welke vorm en met gelijk welke middelen.
 
AG Insurance nv E. Jacqmainlaan 53, 1000 Brussel - RPR Brussel – België – RPR Brussel - BTW BE 0404.494.849 – www.aginsurance.be​. Belgische verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0079, onder toezicht van de Nationale Bank van België, de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel.​

Over de auteur

Jan Bronselaer

Climate Strategist
Follow me on :

Met meer dan 20 jaar ervaring in asset management vervulde Jan Bronselaer eerder functies als bond portfolio manager bij AG, senior fund analyst bij Delta Lloyd Bank en chief economist & strategist bij Nagelmackers. In 2016 treedt Jan in dienst bij AG als head of Market Development Unit Linked. In 2018 wordt hij senior bond portfolio manager unit linked bij AG, waar hij verantwoordelijk wordt voor de selectie van nieuwe obligatiefondsen. Daarnaast staat hij in voor de dagelijkse opvolging en de asset allocatie van de obligatieportefeuille. Sinds september 2023 is hij Climate Strategist en heeft hij een cruciale rol bij het invoeren van beleggingsstrategieën gericht op duurzaamheid.

Meer weten