Moeten we kiezen tussen ecologie en economie? En welke impact heeft die keuze voor een verzekeringsmaatschappij als AG?
AG organiseerde dit jaar tijdens de Sustainability Day een Ronde Tafel gesprek. Daarvoor nodigden we zowel enkele interne mensen uit: Heidi Delobbele en Edwin Klaps. Maar ook enkele externe experten: Thibaut Georgin (NMBS), Charlotte van Lent (Go Forest) en Arnaud Tasiaux (Innate Motion). Tijdens dit debat, in goede banen geleid door Nathalie Erdmanis, gingen deze sprekers dieper in op de vraag “Gaan economie en duurzaamheid hand in hand of is dat een utopie?” We stelden hen enkele vragen en geven een kort overzicht van enkele antwoorden.
Wat is, volgens jouw persoonlijke mening, een toonaangevend voorbeeld- of het belangrijkste aspect op het gebied van duurzaamheid?
Charlotte van Lent (co-CEO van Go Forest): “Bij duurzaamheid wordt vaak gedacht aan minderwaardig. Maar dat is daarom niet zo. Integendeel. Producttransformatie is heel erg belangrijk. Onze economie, onze bedrijven dus, moet duurzame producten afleveren zonder verlies aan comfort en kwaliteit. Alleen dan zal de duurzaamheidstransitie zich bij iedereen doorzetten.”
Arnaud Tasiaux (partner bij Innate Motion): “We moeten afstappen van het idee dat sommige mensen en bedrijven niet mee willen met deze transitie. We all want to be a good person. Iedereen wil een betere toekomst.”
Edwin Klaps (managing director bij AG): “Voor mij persoonlijk moeten de letters E van ecologie en S van sociaal van ESG in het duurzaamheidsdebat met elkaar verzoend worden. Duurzaamheid moet toegankelijk zijn voor iedereen. Niet alleen van de happy few die het zich kunnen veroorloven.”
Heidi Delobelle (CEO bij AG): “Ik mis de sense of urgency of het gevoel van hoogdringendheid in het algemene duurzaamheidsdebat. We moeten niet blijven wachten en het initiatief aan anderen overlaten maar elk van ons kan zelf tot actie overgaan.”
Er heerst bij bedrijven ook wel wat angst om over duurzaamheid te communiceren. Er bestaat altijd het risico dat je als bedrijf wordt aangevallen op je duurzaamheidsclaims of op de activiteiten van het bedrijf. Hoe kan een bedrijf deze dunne lijn bewandelen tussen het uiten van zijn inspanningen, zonder meer te beloven dan ze werkelijk doen? Moeten onze bedrijven dus beter wel of niet communiceren over hun duurzaamheidsambities en acties?
Edwin Klaps (managing director bij AG): “We moeten vooral werken rond thema’s in het duurzaamheidsspectrum. Aantonen hoe we op specifieke domeinen het verschil maken. Dan kom je vanzelf ook geloofwaardiger over als bedrijf. Echt campagne voeren rond duurzaamheid in het algemeen daar zie ik minder het nut van in.”
Heidi Delobelle (CEO bij AG): “Ik sluit me aan bij wat Edwin zegt. Act and then talk. Daar ga ik zeker mee akkoord. Eerst doen en dan daarover communiceren naar de buitenwereld. Maar aan de andere kant is er toch een verwachting van werknemers, potentiële werknemers en klanten ten opzicht van onze ambities en initiatieven. Terecht. Dus je moet vertellen aan de buitenwereld wat je doet. Het blijft dus een moeilijk evenwicht, je wil als bedrijf eerlijk kunnen communiceren.”
Arnaud Tasiaux (partner bij Innate Motion): “Je kan ook op andere manieren communiceren. Door bij voorbeeld je netwerk te activeren. Ik geef een voorbeeld: Vega communiceert zelf weinig over hun duurzaamheidsaanpak, maar andere bedrijven uit hun value chain doen dat wel. Daardoor duwen zij Vega toch weer vooruit. Het is een strategie zoals elke andere: anderen over jou of over je initiatieven laten praten.”
Duurzaam betekent soms ook ‘duur’: ecologische investeringen in een woning kosten geld, en een elektrische wagen is niet voor iedereen weggelegd. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen mee kan op deze duurzamere weg? Als we dieper ingaan op mobiliteit, welke rol speelt openbaar vervoer? En hoe zien we de individuele mobiliteit in de toekomst evolueren?
Thibaut Georgin (voorzitter NMBS): “Verandering op alle terreinen inzake mobiliteit is nodig. Er zijn geen uitzonderingen. Maar zoals altijd is het niet 1 enkele factor die het gehele probleem gaat oplossen. Alles in onze hedendaagse maatschappij is aan elkaar gelinkt. Bij voorbeeld mobiliteit en de leefbaarheid van onze steden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Stel je een stad zonder wagens voor! Wat wordt er dan allemaal niet mogelijk voor de inwoners? Hoe veel beter zou hun leven wel niet worden. Je komt zo’n autovrije of autoluwe steden vaak tegen in het buitenland, op reis. Hoe geweldig is dat niet? Je rijdt met het openbaar vervoer tot in het hart van de stad, loopt daar rustig rond zonder dan je constant moet opletten voor voorbijrijdende auto’s. Frisse lucht op een terrasje ipv uitlaatgassen. Dat moeten wij hier ook nastreven in België. En ja, dat moet betaalbaar zijn voor iedereen. Zeker voor de inwoners van een land. Binnenlands openbaar vervoer is betaalbaar. Daar speelt ook de financiële ondersteuning vanuit de overheid een belangrijke rol. Maar kijk je naar internationaal openbaar vervoer is dat een ander verhaal. Dat wordt niet gesubsidieerd door overheden. Daarom is het nog steeds goedkoper om het vliegtuig te nemen (die wel gesubsidieerd worden) dan om de trein te nemen naar het buitenland. Daarom verliest de trein het dus van het vliegtuig. Betreurenswaardig maar waar.”
Edwin Klaps (managing director bij AG): “De problematiek van het openbaar vervoer en dan vooral de financiering ervan is inderdaad een terecht punt. Maar als ik dan kijk naar individuele mobiliteit, zeg maar uw en mijn auto, is het ook geen gemakkelijke puzzel. Dan komen we bij het sociale aspect van duurzaamheid. Elektrisch rijden is een belangrijke oplossing voor ons CO2 probleem. Maar laten we eerlijk zijn: wie rijdt er vandaag met een elektrische auto? Inderdaad: mensen die het zich privé kunnen veroorloven of mensen met een bedrijfswagen. Want daar wordt het verplicht. Maar mensen met een ‘gewoon’ loon of met minder financiële middelen kunnen zich vandaag de dag gewoon niet permitteren om zo’n auto aan te schaffen. Hen met de vinger wijzen is het foutste dat we kunnen doen. Ik geloof in positief stimuleren van gedrag van mensen. In zoeken naar oplossingen zodat het voor iedereen toegankelijk wordt. Dat is the way to go. Klanten weigeren of met het vingertje wijzen, dat is geen oplossing.”
Heidi Delobelle (CEO van AG): “Het is inderdaad geen gemakkelijke puzzel op vlak van mobiliteit. En trouwens ook niet op andere domeinen zoals wonen. Daar stelt zich hetzelfde: mensen die het financieel kunnen die zetten al in op het energiezuiniger maken van hun woning. Voor mensen met minder financiële draagkracht is dat vaak geen optie. Moeten we dus mensen die niet met elektrische auto’s rijden straffen en niet meer verzekeren? Dat is absoluut in strijd met de S van sociaal uit ESG (Ecological Social Governance). En daar staan wij als AG ook voor: we moeten er voor iedereen kunnen zijn ook als je met een dieselauto rijdt. Die mensen geen autoverzekering meer geven is uitgesloten. Ook zij hebben recht op een verzekering. Een eenvoudige oplossing is er dus niet maar dat wil niet zeggen dat we stoppen met er naar te zoeken!”
Charlotte Van Lent (co-CEO van Go Forest): "Betreffende vervoer met de auto zijn er 2 algemene trends. De eerste dat er steeds meer SUV's en grotere wagens worden aangeschaft die, zelfs met een elektrische motor, een grotere impact hebben dan een kleine, goedkope benzinewagen. De tweede trend geeft aan dat de elektrische wagens steeds goedkoper worden ten opzichte van een diesel-of benzinevariant en het goedkopere segment steeds meer en betere wagens kan aanbieden. De discussie zou er niet over moeten gaan of (kleine, goedkope) dieselwagens wel of niet verzekerd moeten worden om sociale inslcusie te waarborgen betreffende individuele mobiliteit, maar echter hoe we de duurzame keuzes, zowel voor bedrijven als individuen verder kunnen incentiveren."
Ecologie en economie, gaan ze dan wel of niet samen? Kijk maar naar voorbeelden zoals het stikstofdossier waar boeren, industrie en transport moeten minder uitstoten maar het niet eens geraken over wie hoeveel moet verminderen en hoe dat dan moet gehaald worden. Politieke partijen die zich steeds vaker verzetten tegen de Natuurherstelwet omdat die de economie in het gevaar zou brengen. Het zijn maar 2 voorbeelden.
Charlotte van Lent (co-CEO van Go Forest): “Geen idee waar het idee vandaan komt dat we moeten kiezen tussen 1 van beide. De ene kan niet zonder de andere. Ok, misschien moet die economische groei niet aan zo’n tempo blijven gaan als dat nefast is voor onze natuur. Want dat staat ook wel vast; zonder natuur zijn wij als mens ook verloren. Maar economische groei is belangrijk om die duurzaamheid op te pikken. Er moet niet minder maar vooral anders geproduceerd worden. Ook consumenten moeten toegang krijgen tot kennis en data. Zo krijgen we ze mee aan boord. Vaak krijg ik de vraag “Ik woon op een appartement dus ik kan geen bomen planten. Dan kan ik toch niet veel doen voor een groenere wereld he? ” Ik antwoord dan altijd: “Oh jawel, je maakt het grootste verschil door geen vlees meer te eten. Voeding en dan vooral vlees is een van de meest vervuilende industrieën.” Dan wordt het vaak stil.”
Heidi Delobelle (ceo van AG): “Vaak wordt er gekeken naar of gewacht op de overheidsinstanties om in te grijpen. Naar mijn gevoel doen sommige bedrijven dat nu ook als het gaat over de duurzaamheidsomslag. Zolang het wettelijk kan en mag gaan ze door zoals ze bezig zijn. Zonder veel zelfreflectie. Dat is volgens mij niet de manier. Ik geloof eerder in de omgekeerde aanpak. Het is niet de overheid die moet bepalen maar de bedrijfswereld zelf die moet zoeken naar oplossingen. Ik geloofd dus eerder in autoregulering (dus initiatieven vanuit het bedrijfsleven zelf) dan in wetgeving die door verschillende instanties (zullen) worden opgelegd.”
Thibaut Georgin (voorzitter NMBS): “Ik volg wel wat Heidi en Charlotte zeggen. Bedrijven vormen een belangrijke spil in dit vraagstuk. Ze moeten meer gaan samenwerken om oplossingen te vinden. Kijk naar het verhaal van Polestar deze ochtend die onderzoek en oplossingen deelt met de concurrentie om samen die transitie aan te pakken en te realiseren. Daarnaast moeten bedrijven duurzaamheid dus integreren in hun strategie. Net zoals je een strategie ontwikkelt voor je sales, marketing, personeelsbeleid, moeten ze dat ook gaan doen op vlak van duurzaamheid. Wat zijn hun ambities en wat zijn de resultaten. De wetgeving gaat trouwens ook die richting uit. De overheid verplicht bedrijven meer en meer om strenger en strenger te rapporteren over hun duurzaamheidsinspanningen. Autoregularisatie is een goed idee, maar langs de andere kant is er toch ook wel nood aan een neutrale instantie op het te controleren.”
Edwin (managing director bij AG): “We moeten toch ook onze blik wat groter maken. Het probleem is groot. Groter dan België, groter dan Europa. Dit is een problematiek op wereldschaal. Een globale kijk is dus nodig. Want wat heef het voor nut dat wij hier in België of het Westen in het algemeen vervuilende industrieën wegduwen die dan ergens anders op de planeet gewoon kunnen verder doen? En vervolgens wij die diezelfde producten terug aankopen en importeren uit dat andere land? Waar zit dan de winst op ecologische of algemene duurzaamheidsvlak. Dat is toch absoluut te vermijden.”
De citaten in dit artikel komen overeen met fragmenten uit toespraken die zijn gehouden tijdens het 'Sustainability Day' evenement, georganiseerd door AG op 21 september 2023. De uitspraken van auteurs buiten AG weerspiegelen alleen de mening van deze sprekers en auteurs.